zijn bergen en laagland in Hem gerust.
Wat tegen U strijdt, op onheil belust,
weet zich geborgen als het Zijn voeten kust!
De Eeuwige nadert, breng Hem uw eer,
vrede daalt, geeft de volken een keer.
Buig dan voor Hem, zing zijn loflied steeds weer,
Hij is u tot woning, Hij is steeds uw Heer.
Volg dan de Vader en hoor naar zijn stem,
wijk van het kwade, u die luistert naar Hem.
Voeg U bij zijn vromen zoals in Jeruzalem.
Voor rechtvaardigen schijnt in de wereld een licht
zij sluiten hun ogen, van 't kwaad af gericht
op het heil dat stroomt van 't genadig gezicht.