O Vader, nu de avond is gekomen
en deze dag haar einde heeft,
de wind ging liggen in de bomen
en de bleke maan geen warmte geeft,

nu wil ik U eerbiedig vragen:
'Wees toch mijn adem in de nacht,
wil door de duisternis mij dragen
tot aan de morgen die mij wacht.

Laat al mijn angsten vluchten
door de geborgenheid in U.
'k heb dan geen kwaad te duchten,
ik voel Uw vleugels om mij, nu.

De nacht is dan nog enkel rust,
de duisternis wil slechts bedekken,
totdat de zon mij wakker kust
en U met liefde mij wilt wekken.

Laat dan de dag het zonlicht weven
door alles wat het leven wacht,
zodat Uw licht mij weer laat leven,
een gouden dag na bange nacht.