O Heer’ laat mij Uw grootheid zien.
Gij zijt de God Die hulp kan biên.
Op U heb ik mijn oog geslagen.
Leer mij te leven naar Uw Woord,
dat ‘k niet door zonden word bekoord.
Wil mij op Uwe vleugels dragen.
Breng mij in Uw gezin toch weer.
Dat ‘k dan mag geven U al d’eer.

O Heer’ doe mij Uw liefde zien
en doe mij van de wereld vliên.
U hebt uit liefd’ U weggeschonken.
U wild’ in onze plaats gaan staan
en daarvoor aan het kruishout gaan.
De slagen hebben daar geklonken.
Wij hadden zelf die straf verdiend
maar U nam ’t op U als een Vriend.

O Heer’ geef dat ‘k Uw Naam maak groot,
U Die voor mij Uw bloed vergoot,
laat ook de wereld zien en horen
wat U gedaan hebt voor Uw Kerk.
Wil nog vernieuwen en maak sterk,
dat niet ’t aards’ ons zal bekoren.
Geef ons te dragen ’t nieuwe kleed;
U maakte ’t Zelf voor ons gereed.

(melodie: psalm 84)