De stilte overheerst mijn geest,
want diep in mijn gedachten,
is Hij in rusteloze nachten,
heel even bij mij langs geweest.

Alsof mijn haren zacht bewegen,
in een zwoele zachte wind,
zo kom ik de Here tegen,
als een Vader tot Zijn kind.

Blijf bij mij Heer, nog heel even,
bang dat Hij weer weg zal gaan,
ik wil dit zo intens beleven,
straks kom ik weer alleen te staan.

En steeds weer hou ik dat verlangen,
het samenzijn met God de Heer,
je bent dan stil en onbevangen,
ontvangt Zijn liefde,.. telkens weer.
Anton van der Haar