Vergeef Uw volk, O Heer
zijn vaten van tegenstrijdigheid
zijn gebrek aan bescheidenheid.
Vergeef het, Heer,
dat het,
door misplaatste eigengerechtigheid
heel dikwijls Uw barmhartigheid wil verdringen,
dat ieder,
zijn eigen melodie verlangt te zingen.
De sonorisatie heeft maar al te vaak
een onzuivere klank
door een reeks valse noten
ontsproten
uit een zondig of verwarrend brein,
die zich mengen
en de lofzang, U toegewijd
oneerbiedig overstemmen.

Vergeef ons Heer dat in ons
mislijdende schijn soms bedriegelijk laait;
ons geweten sussend paait
en wij zo, in ons weten,
bewust Uw Woord,
Uw Hoogwaardigheid in ons vergeten
Vergeef de mens... vergeef ons Heer
dat wij
al is het misschien onbewust
Uw minnend hart dat in ons rust
tot bloedens toe verwonden.
Vergeef ons ook, Mijn goede God
ons angstig zijn,
dat steeds aan twijfel is verbonden,
want angst zou geen angst meer wezen,
als wij totaal op U zouden bouwen,
U tenvolle zouden vertrouwen!
dan kunnen wij immers niet meer vrezen.

O God, Mijn God, vergeef ons telkens weer
en bouw op ons berouw
een nieuwe burcht
met open poorten van gerechtigheid
Laat in haar een milde bron ontspringen
en zend Uw Licht alom verpreidt.
Leg, O Heer, in ons berouw
Uw Zon, Uw Bron
Uw Licht, Uw Heil.
Leg in ons hart, Mijn Lieve Heer
Uw volle Waarde neer
en leer ons deze te ontginnen
in wijs beleid
ontdaan van alle zondigheid.

4.7.1994