de Heer stond aan de oever van het meer
en Hij zag daar Zijn discip'len vissen,
hun netten waren geheel leeg dit keer
dat werd de gevraagde toespijs missen

"werp het net uit aan d' andere zijde"
toen zat het net vol met veel grote vis;
daar is de Heer, zo spraken zij blijde
Hij Die ging voor onze behoudenis

op het land was daar vuur en vis en brood
alles lag klaar, zo is het steeds geweest:
zie, Hij kent en voorziet in onze nood

de Heer heeft voorzien in alle dingen:
al wat God doet is voor eeuwig geweest;
aan d'oever van 't meer gaan wij Hem zingen

bij : Johannes 21 : 1 - 14