ik ben alleen maar blij
en kan de hele dag wel zingen
want ik voel mij God nabij
bij al mijn aardse dingen

de Heere is niet ver van mij
Hij heeft ons willen vinden;
Ik was, Ik ben, en Ik ben bij
die Ik vond, Mijn beminden

Ik ga met hen door 't leven
Ik reis met wie Mij bidden, mee
Ik zal hen moed en krachten geven
op hun reis over de levenszee

en Ik zal hun scheepje landen
in Kanaän, in Mijn haven, aan de kust
Ik neem het roer in eigen handen
en vaar hen naar het Land der Rust 

de vaart is over de levenszee
ik ben alleen maar blij:
de Heere, Die vaart met mij mee
Hij is ons steeds nabij

bij : verblijdt u in de Heere te allen tijd