De straatzanger, iedereen kende hem
Hij wandelde van straat naar straat
In een stemmig, zwart, oud gewaad
Hij zong met harde vibrerende stem.
Met zijn wandelstok gaf hij de maat aan
Bij hoge tonen ging de stok omhoog
Bij lage tonen naar beneden, met een boog
Hij kon bij tijd en wijle enorm tekeergaan.
Met de Kerst zong hij het “Stille nacht”
De jeugd stak vaak de draak met de man
En ze plaagden hem ook, zo nu en dan
Terwijl hij de liederen ten gehore bracht.
De straatzanger, hij noemde zich “kunstenaar”
Veel mensen konden zijn zang niet waarderen
Ze begrepen het niet, maar het kon hem niet deren
Hij verdiende zijn geld en was geen bedelaar.
De straatzanger, helaas, hij leeft allang niet meer
Een bijzondere dorpsfiguur is heengegaan
Maar in gedachten blijft hij voort bestaan
Hij heeft, op zijn wijze, gezongen van de Heer.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.