De slang siste met gif die woorden:
“ ge zult als God zijn “ , dat is wat ik bied
en zie wat ze toen nog meer hoorden:
“u bepaalt zelf wat goed is en wat niet “ .

De vrucht van dat alles is bekend:
zij moesten het paradijs verlaten
zij hadden zich van God afgewend
de dood in het leven ingelaten.

Dat slangengif sist ook in mijn bloed:
ik wil mijn eigen wegen wandelen
ik maak uit wat slecht is en wat goed,
geen verantwoording van mijn handelen.

Als God mijn levensboek open heeft
dan hoeft Hij aan mij niets meer te vragen:
daar staat waarover Hij uitspraak geeft
Hij ziet en kent al mijn levensdagen.

Er leeft veel vijandschap in mijn hart,
ik heb dat aan God mogen belijden;
het blijft alsmaar, hoezeer het me smart,
ik wil mijn leven zo niet meer leiden.

U bent voor vijanden gestorven
U hebt bij God voor alle schuld betaald
U hebt behoudenis verworven
U hebt dat in de eeuwigheid bepaald.

U zult Uw schepping weer herstellen
en alle kwaad en leed wordt weggedaan;
dat is Uw Woord, en dat zal tellen
dat zal in tijd en eeuwigheid bestaan.

Gij wilt aan ons Uw gratie geven;
die U niet zochten, wilde U vinden,
geen ondergang maar eeuwig leven
gerekend worden tot Uw beminden.

Ik verlang naar de Hof van Eden
waar U bent, in glorie, in eeuwig licht;
bij U zijn, in een eeuwig heden
U hebt al onze zaken uitgericht.

U bent de Heer van alle dingen
alles is eeuwig bij Uw handelen,
in Eden gaan wij Uw lof zingen
en in die Hof, Heer, met U wandelen.

bij: Genesis 3; Prediker 4 : 14 en 15;
Romeinen 7 : 14, en 8 : 7, en 8 : 18 - 21;
II Corinthe 5 : 10; Hebreeën 9 : 12, en 10 : 14;
Openbaring 22 : 1 - 5.