De woorden, die mijn Jezus spreekt
zijn heilig, gaaf en rein.
Geen invloed, die hun kracht verbreekt
daar ze onaantastbaar zijn,
zo flonkerend, vol geesteskracht.
Een handvat voor mijn ziel.
Een heilsschat, die mij het leven bracht
sinds ik voor Jezus kniel.
 
De woorden tussen Hem en mij,
die zijn er voor ons saam.
En in mijn hart, daar hoor ik 't weer:
Hij riep mij bij mijn naam.
De wereld werd zo wondervaag.
Hij noemde mij ‘Zijn kind’.
Mijn geestesoog, dat heelde Hij,
zodat ik de weg weer vind.
 
De woorden tussen Hem en mij
die blijven een geheim,
dat ik heel diep in mijn hart bewaar.
't Zal daar steeds levend zijn.
De wereld kent die zegen niet
zij drijft de spot en hoont.
Zij heeft geen woord, dat uitkomst biedt.
Een puinhoop is haar loon.
 
De woorden tussen mij en Hem
zijn vol van toekomstklank.
Ik reis naar het ‘nieuw Jeruzalem’.
`k Breng Jezus lof en dank.
Zijn woorden zullen heilig zijn.
Mijn kostbaarste kleinood.
Ik drink ze in als vreugdewijn.
Ik eet ze als hemels brood.
 
Gods woorden ruil ik voor geen goud
en voor geen aards geluk.
Zij maken, dat ik mij verstout
en voor geen satan buk.
O, woord zo enig ‑ ideaal.
‘k Omhels u van de start.
Het is genoeg voor allemaal.
't Is balsem voor mijn hart.
 
De duivel zint op mijn verderf,
Hij spot van laat tot vroeg.
God lof: Ik heb Jezus’ woord aan boord:
Zijn genade is mij genoeg!
 
Lydia Dorlas
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment