De weg ten leven voert mij naar Golgotha,
verlangt dat ik met Hem de kruisdood onderga,
gemarteld, geslagen, bespot, beschimpt, uitgejouwd,
verlaten en in eenzaamheid meegeklonken aan het hout.

Die weg vraagt ontlediging,
overgave en zelfverloochening,
een mild, begripvol, vergevend hart,
mijn klagen en uitschreeuwen nalaten.
En waar ik ga op die weg van smart,
verdriet, verlatenheid en pijn,
wil ik me niet verweren,
niet bitter zijn,
niet haten.

Om Je licht, aanwezigheid,
ons samenzijn wil ik vragen,
om Jouw liefde en Jouw kracht,
mijn kruis Jou waardig te dragen,
om Jouw weg te kunnen gaan,
ook in stikdonkere nacht,
en mijn enig smeken is
enkel om vergiffenis.

Wat me ook overkomen zal in het leven,
alles wat ik écht nodig heb zal U mij geven
en klamp me daarom vast aan het lijden dat
ik gedragen zag door Jou, mijn grootste schat.

(2004) 1 Pet. 4:13-14;2 Tim. 3:12; Joh. 15:18-27 

{jcomments on}
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment