Als ik in zijn ogen kijk,
in het blauw van eigen jeugdherinneringen,
ben ik de koning meer dan rijk.
Rossig Davidje uit Amersfoort,
leef ik ooit in jou nog voort?

Ik stel hem weinig grenzen,
zegt mijn geliefde, heel erg juist en assertief.
Maar ik kan alleen maar wensen,
dat 't rossig kind uit Amersfoort
tot Gods kinderschaar behoort.

Had ik nog maar de ogen van een kind.
Onbevangen in deze tijdelijke eeuwigheid.
Dat ik het kind in mij hervind!

Vader van ons allen, groot en klein,
open ons de ogen voor het kinderlijk vergezicht.
Dan schouwen wij wie wij puur zijn.

Het goede!
Cor Koolstra