Juist toen ik dacht dat U mij had verlaten
hebt U mij bij de hand genomen
verzekerde mij nooit alleen te laten
en vroeg mij met U mee te komen.
 
U leidde mij over ’t smalle pad
beslist niet zonder gevaren
gaf blijk hoe lief U mij had
door mij steeds weer te bewaren.
 
Tot de parelen poort wilt U mij leiden
naar “De stad met gouden straten”
daar een plaats voor mij bereiden.
Nu weet ik, U zult mij nooit verlaten.