Reeds voordat sprake was van dag en tijd
heeft Hij, de Allerhoogste, toen gezegd:
Ik heb Mijn schepping lief in eeuwigheid
en ’t in het Boek der Boeken vastgelegd.

Ik geef tijd en plaats om zelf te kiezen,
Ik geef de wegen om op aard’ te gaan
Ik ben, waar gij uzelf wilt verliezen
uw Heiland, als Mijn kind neem Ik u aan.

Hij, Die voor vijanden gestorven is,
Hij heeft Zijn schepping eeuwig liefgehad;
Hij schenkt aan u en mij vergiffenis.

Hij is nu Koning in der Steden Stad
Jerusalem, Stad van behoudenis:
wij gaan naar Hem Die ons heeft liefgehad.

bij Johannes 3 : 16; Romeinen 5 : 6,
en 8 : 1; Prediker 3 : 14 en 15;
Ezechiël 48 : 35.