boven de sterren waar de hemeltuin ligt
in d' eeuwige luister van liefde en vrede

daar komen wij aan op onze laatste reis
en brengen alleen onze zielenschat mede

moede van een korte of lange levensrit
en angstig hoe Hij tegenover ons zal staan

zal Hij niet vragen naar ons aardse bezit
maar wat wij voor onze naaste hebben gedaan

hebben wij genoeg bemind of vergeven
geen mensen in kou of kilte laten staan

maakten wij iets zinvols van ons leven
of lieten wij onze dagen vergeefs vergaan

hebben wij ons aan Zijn geboden gehouden
moeten wij ons niet schamen voor Zijn aanschijn

hoe barmhartig zullen Zijn ogen ons dan aankijken
en zeggen : voor Mij hoef je niet volmaakt te zijn

door Zijn kruisdood liet mijn Zoon zijn liefde blijken
opdat allen kunnen genieten van een hemels festijn