Wat zal’t dan een feestdag zijn,
als de hemeldeuren wijken
en Gods adem zachtkens langs
mijn betraande wang zal strijken,
als de eng’len rond mij staan
en ik eind’lijk zal ontmoeten,
die ik na een dag van strijd
in mijn dromen mocht ontmoeten.


Soms, als mij de moed ontzinkt,
alle dagen troostloos lijken,
zie ik eensklaps het moment
dat de hemeldeuren wijken.
Ouders, vrienden van zover,
die ik dan weer blij hoor praten,
grijpen diep ontroerd mijn hand
om haar nooit meer los te laten.


Wat zal’t dan een feestdag zijn,
als de hemeldeuren wijken,
ik door zoveel overmand
in de hemelzaal mag kijken.
’t Zal als in het voorjaar zijn,
als wat dood lijkt weer gaat leven
en de hemel wonderschoon
al zijn rijkdom af zal geven!
Frits Deubel 


 
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment