Er zijn soms van die nachten,
dat het wel lijkt of Jezus komt.
Een ster straalt meer dan anders
en alles om mij heen verstomt.
’k Zie dat in ijle verten
een heerlijk morgenlicht opgaat
en op mijn netvlies trillend
het beeld van de Verlosser staat.
Ik denk weer aan de avond,
dat vader mij ’t verhaal voorlas
van Jezus die op aarde
voor ieder mens gekomen was.
Weer hoor ik eng’len zingen
op de antieke grammofoon.
De plaat was haast versleten
en toch klonk het zo wonderschoon.
Maar bij het pril ontwaken
zie ik geen enk’le herder staan.
De beelden die ik meedroeg
zijn als in dromen opgegaan.
Misschien dat deze nacht wel
het licht straalt van die wond’re ster,
mijn vader zacht zal wenken:
Kom nu maar mee, het is zover!
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.