Mooi, zei ik
en ik zag een nieuwe stad,
een schitterende stad,
een stad met mensen,
gelukkige mensen.
En ik hoorde zeggen
dat er geen honger,
geen ziekte,
en geen verdriet meer was.
Er werd gezongen
een nieuw lied.
en men hief het glas
op het nieuwe leven
dat niet voor even
maar voor altijd was.
De kinderen speelden
onbekommerd
en onbezorgd
waren de moeders.
En God lachte
werd gezegd.


Henny Blaak


25 september 2005