het paradijs is nu heel nabij

we zien, als we de schepping mogen gaan aanschouwen:
rivieren, meren, zeeen en grote landen
met hun velden en akkers om die te bebouwen
met mensen en dieren, alles in God 's handen

alles is nog steeds van een zeer grote schoonheid
al staat het in de schaduw van hoe het eens was
't gaat toe naar overweldigende heerlijkheid
de Heer heeft 't beloofd, daar komt niemand aan te pas

zie, Ik maak alle dingen nieuw, zegt onze Heer
verdriet, dood en rouw: ze zullen er niet meer zijn
Mijn Grote Morgen komt, een nacht is er niet meer
Ik zal de dag tot licht zijn met Mijn zonneschijn

en u zult blij in dat vooruitzicht handelen
met recht doen en u houden aan 't gegeven woord
en zo met Mij uw Heer met eerbied wandelen
omdat uw hart met vreugde naar Mijn woorden hoort

en wie zo voor Mij kiest, die kiest voor het leven
want die komt na de aardse reis hier eeuwig thuis
die zal Ik Mijn gratie en Mijn glorie geven
voor u is plaats bereid hier in het Vaderhuis

zie, daar is voor u de schone Hof van Eden
met haar pracht aan bomen bloemen en rivieren
daar zal Ik met u zijn in een eeuwig heden
om Mijn gunst en gratie feestelijk te vieren

en zie: daar ligt Mijn Koningstad Jerusalem
daar maakte Ik voor u al God's beloften waar
het is volbracht, zo klonk op Moria Mijn stem
de naam der Stad zal zijn: de Heere is aldaar

bij : de laatste woorden van Ezechiel