Wij glijden door de tijd
naar de Eeuwigheid
Vanaf onze geboorte
tikt de klok constant
de tijd weg die ons rest
Dichter, steeds dichter
stevenen wij af
naar het hemelse Huis
waar Hij op ons wacht
Omdat wij niet in eeuwigheid
op aarde kunnen wonen
door onze vergankelijkheid
heeft God voor ons
een plaats in Zijn huis voorbereid
 
De  reis naar ‘t volle leven
begint met de dood
het lichaam wordt gezaaid
in verderfelijkheid
en opgewekt in onvergankelijkheid
de zwakken staan op in kracht
en wat  gezaaid wordt in oneer
staat op in heerlijkheid
Een natuurlijk lichaam
wordt gezaaid
een geestelijk lichaam ontstaat
 
In de hemel huwt men niet
Vlees en bloed
kunnen in Gods Koninkrijk
de hemel niet beërven
God zal ons armzalig lichaam herscheppen
met dezelfde kracht
waarmede hij het leven
tot stand heeft gebracht
Het vergankelijke heeft geen aandeel
in de onvergankelijkheid.
Onze oude mantel wordt afgelegd
die is versleten
Door God wordt aan de Zijnen
een nieuw gewaad aangemeten
Hij maakt ons aan engelen gelijk
en zo blijven wij als zij eeuwig leven
in Hemelse heerlijkheid
 
Zie:
1Kor. 15, 35-50
Lucas  2, 34-38
Hebr.  9, 20
Matt. 22, 30