Ik ging 's avonds moe ter ruste
opeens zag ik een helder licht
ontwaakte uit een diepe slaap
en zag een hemels vergezicht.

Voor mij lag een scherpe grens
die ik niet overtrad
daarna een wonderschone groene weide
en links een goudgeel hemelpad.

Mijn ziel was volbegeerte
om daar op die plaats te zijn
een prachtig schouwspel ongekend
verlost van zorgen en van pijn.

Voorbij die wonderbare kleurenpracht
zag ik een groot en grijs gebouw
God zei: dit is het aardse leven
dat vergezicht, is nog te vroeg voor jou.