er is een land, aan d’ overkant,
waar ieder eens alleen heen gaat,
tenzij de Heere , in het vaderland
niet langer op Zich wachten laat
maar komt, zoals Hij heeft beloofd,
aan ’t hoofd van hemellegermachten;
wij hebben, Heer, Uw Woord geloofd,
Gij zijt de Heer Die wij verwachten
zijn onze jaren wel genoeg
om Zijn terugkomst af te wachten?
of is het daarvoor nog te vroeg
en duurt het langer dan wij dachten ?,
dan komen wij er voor te staan,
voor die rivier die ons nog scheidt
van ’t land waarheen we willen gaan,
het land dat ligt ná d’ aardse tijd
wij moeten die Jordaan door gaan
aan ’t einde van ons aardse leven,
om dan in Kanaän te staan,
en daar vangt aan het eeuwig leven
de Heere Zelf is er doorheen gegaan,
door die rivier, die Jordaan heet;
om voor ons alles te doorstaan,
zoals men uit de Schriften weet
op Goede Vrijdag in Jerusalem,
Hij is voor ons Zijn weg gegaan;
het is volbracht, zo klinkt Zijn stem,
op Pasen is Hij opgestaan
de Heere is ons voorgegaan,
de tijd uit, naar de eeuwigheid;
Hij zal ons nimmer laten staan,
er is voor ons geen eenzaamheid
want Hij zal altijd bij ons zijn,
ook door de dalen zal Hij leiden;
de duisternis wordt zonneschijn:
Hij brengt ons naar de eeuw’ge weiden
met frisse, stille, waterstromen,
bij Hem, in Eden, in de Hof der Hoven;
wie Hem beminnen, zullen komen,
zij zullen eeuwiglijk Hem loven
in ’t land, daar, aan de overkant,
in Kanaän, land om te zingen,
Jerusalem, in ’t vaderland,
bij Hem, de Heer van alle dingen
met allen, die ons vooruit gingen,
de Heer heeft hen een plaats bereid,
om met ons samen lof te zingen:
Hem, onze Heer, in eeuwigheid
zij zochten een vaderland
- Details
- Geschreven door: Jacobsen, Thomas
- Categorie: Hiernamaals | Verwachting
- Hits: 1035
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.