(vrouw:)

Aan mijn deur staat een man te kloppen.
Mijn hart bonkt verheugd op het ritme mee.
Ik wil dit gevoel werkelijk niet meer stoppen.
Mijn liefste en ik worden één-uit-twee.
 
Ik open de deur en ik laat hem binnen.
Hij vult mij zo aan in wat ik mis.
Van nu af ga ik echt opnieuw beginnen.
Zijn liefde voor mij staat vast, gewis.
 
De rust,
die ik bij hem ervaar,
geeft blijdschap en bescherming.
De rust,
waarin hij mij bewaart,
toont heilige ontferming.
 
(man:)
 
Mijn aanstaande bruid heeft haar hart gegeven.
Haar liefde voor Mij beloon Ik graag
met trouw en met rust en een heel lang leven.
Alleen al om haar is het dat Ik draag
 
de pijn van de fouten, die ook zij maakte.
Mijn liefde voor haar houdt voor altijd stand.
Haar bonkende hart, dat naar liefde snakte,
blijft nu altijd warm, omdat Mijn vuur er brandt.
 
Mijn rust,
die Ik haar blijvend geef,
geeft blijdschap en bescherming.
Mijn rust,
doordat Ik haar vergeef,
is beeld van Mijn ontferming.
 
(vrouw:)
 
Ik ben zo blij dat ik de deur heb geopend,
steeds weer als Hij maaltijd met mij houdt.
Waarom toch kon ik dit niet eerder geloven?
Soms voelt het alsof ik met Hem ben getrouwd...
 

--------------------------------------------------------------------------------
Geschreven op de melodie "Als ik 's avonds lig te slapen"
uit de musical "Volgend jaar"
over het "Hooglied"