Door Olterterper boomkruinen omringd
staat de oude kerk fier, toch bescheiden,
waar bij feesten van vreugde en lijden
plechtige of opwekkende wijs zingt.

Zachte, gele schemer daarbinnen drinkt
vloeiend wanden op, kan zich verblijden,
daar rode banken jong gemoed bereiden.
De preekstoel toont houtsnijkunst, die stil opblinkt.

Het kleine veld vol statige graven
bedekt roerig, maar vergaan verleden,
wil ons met hoop op leven hierna laven.

Deze plaats mag ieders denken verbreden,
opdat Aards bestaan en Hemslse gaven
zich liefderijk en vrijuit aaneen smeden.