geboren in een stal.
Zijn naam zal Jezus heten,
die koning wezen zal.
Maria die Hem baarde,
wond Hem in doeken zacht.
Nadat zij Hem op aarde,
ten leven had gebracht.
Uit d’ hemel bracht een engel,
aan herders ’t blijde bericht.
Zij hebben toen hun voeten,
Naar Bethlehem gericht.
Daar waar zij Jezus vonden,
Gedoekt in ’t stro gehuld.
Hij Redder onzer zonden,
met Goddelijk licht vervult.
Uit ’t oosten kwamen wijzen,
met wierook mirre en goud.
Ook ’t Kindje eer bewijzen,
dat kwam voor ons behoud.
Gevend Hem eer, aanbaden,
z’ het hemels Koningskind.
Dat op zich zou gaan laden,
het kruis, de Mensenvrind.
Met allen gaan wij vieren,
dit blij geboortefeest.
En onze harten sieren,
met vreugde, die geneest.
Want wie naar Jezus kijken,
die wordt diep aangeraakt.
Zijn warme blik laat blijken,
dat Hij ons zalig maakt.
De tekst is door de auteur getoonzet, en op aanvraag verkrijgbaar.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.