O, God tot ons gekomen,
U raakt aan ons bestaan,
meer dan een mens kan dromen:
Het is volbracht, ... voldaan!
Als kindje in een kribbe
toch al vaderen wens.
Wij willen U aanbidden
U, God, U werd hier mens.
 
Hoe armelijk en hoe nederig.
Geen herberg bood U plaats.
O, Vorst van licht en vrede,
die voor ons allen gaat!
Hier bent U in ons midden.
Uw Geest beweegt de plaats,
daar, waar wij U aanbidden,
die door de rijen gaat.
 
Als 't donker wordt op aarde,
zendt U Uw Geest van licht,
die 't kwijnend hart bedaarde,
zo vaak 't zich tot U richt,
in eenzaamheid en lijden.
in wanhoop, nood en pijn.
U komt om te bevrijden,
wie dicht bij U wil zijn.
 
Luidt al de klokken samen.
Verkondigt met elkaar
de lof van Christus' namen:
Hoe groot, hoe echt; hoe waar!
Een kind is ons geboren
een Koning, Vredevorst.
De raad, die Hij doet horen,
heeft zondaars vrijgekocht!
 
Ontvangt elkaar in liefde
en vree ‑ om Jezus' wil.
Laat liggen wat je griefde
en wordt hier samen stil.
De Vader van de lichten,
die brengt ons hier bijeen.
Waar haat en nijd moet zwichten
is niemand meer alleen.
 
Wij paren onze stemmen
hier dankbaar met elkaar.
Voor wie groot van Hem denken
toont Hij Zich wonderbaar.
Gods Zoon, aan ons gegeven,
gaat nooit meer van ons heen.
Zijn Geest schenkt hoop en leven.
Nooit zijn wij meer alleen!
 
O, Zoon des Allerhoogste,
die allen hebt gediend.
Wij richten ons geloven
om slechts op U te zien.
Heer, U begrijpt de kleinsten
de armsten van ons al.
Dit kwam U ons vertellen,
eens ‑ in die kleine stal!
Amen.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment