Op ’t wereldse toneel
klinkt uit vele koren
een menselijk ritueel
en doet ’t horen storen.

’t Lijkt een nieuwe rapsodie
door tijd en geest gevormd
maar ’t is eenzelfde melodie
die over ’t podium stormt.

’t Is listig vorm gegeven
door een oude componist
’t laat zo de koren zweven
met klanken die hij sist.

Tot eens in ’t nachtelijk uur
een toon de slang deed beven
’t vervulde zo Gods partituur
’t bestrijdt de dood voor ’t leven.

Daar juicht een toon
daar klinkt een Stem
Gods eigen Zoon
uit Bethlehem.