Het zijn niet de vlokken in verblindend wit,
voor de zwerver die daar neerzit.
Het zijn niet de klokken die vrolijk klinken,
voor hem die zich zacht laat zinken.

Het zijn niet de feestgewaden,het eten,
voor haar in vodden versleten.
Het zijn niet de kerstkoren, de violen,
voor hen die verdoofd ronddolen.

Het zijn niet de bomen vol van geflonker,
voor die levens in het donker,
maar waar het Licht Zijn stralen op zal richten,
opdat Kerstfeest voor ieder op zal lichten.