Op die zeldzame momenten dat
in een grote stille stad
álle klokken galmen,

het kapelklokje klepelt
tussen bronzen beieren
van klokkentorenkolossen
en het carillon buitelend jubelt,
hun muziek tot God zich vermengt
in feestelijke klanken van torenhoog,

dan vertolken
aardse frequenties
hemelse vibraties die
de snaren van de ziel
tot trillen brengen.

1965