Zo nederig toen in die stal…
U bent oneindig groot;
U overwon de dood.
Wij spreken hier van onze God
die al wat leeft creëerde,
dus dat de dood Hem deerde
staat buiten elk besef.
Ootmoedig Hem begroeten
dat zouden wij nog moeten.
Dat past niet in een stal
die barst van klatergoud.