Een schitterende ster
stond aan de hemel,
om een pasgeboren kindje
glansrijk en koninklijk te verlichten.

Door een ster verlicht, geboren in een schamele stal.
De jonge moeder lag in het stro.
Een armoedig tafereel.
Arm... maar moedig!
Omringd door verwonderde dieren in een stal.
Hier was geboren,
de Heer van het al.

Ze hield haar kindje in haar armen.
Zo kon ze hem verwarmen.
Naast haar stond Jozef.
Hij keek liefdevol naar Maria.
Wat was ze zuiver en trouw.

De omgeving waar het kindje in vertoefde
stelde niets voor.
Maar vanuit de hemel zongen engelen in koor.
Hosanna, hosanna,
Gods Zoon is geboren.

De engelen vertelden het aan de herders in het veld,
die wilden het wel horen.
Ga maar naar Bethlehem.
Daar kun je het kindje vinden
gewikkeld in doeken.
Volg de ster
en je zult Hem vinden.

Nee, geen prins geboren in een paleis,
met veel pracht en praal.
De tegenstelling is groot...
Maar in een stalletje
Dat vertelt het verhaal.

Hij kwam naar de aarde voor jou en mij.
Ga op zoek naar de koning
Strek je handen uit
Jezus, zal je omarmen
Ook in deze tijd...