teer, breekbaar, hulpeloos, afhankelijk,
zo machtig ook en bovenaards sterk.
Kind lief, je hebt me overrompeld,
overwonnen, jij, mijn levenswerk.
Kind lief, ik omarm je
met mijn kil en knokig lijf,
heet je welkom, verwarm je,
al zijn mijn spieren stijf en stram.
Indien ik je niet verwarm,
dan toch isoleer ik jou
dan toch isoleer ik jou
tegen kou en kille buitenlucht,
wieg je en zing je toe,
jaag alle spoken op de vlucht.
Kind lief, ik ontvang je met mijn wezen,
zoals ik je in mijn schoot ontving.
Je ogen zijn als de oceaan,
je kijkt me vanuit diepe poelen aan.
Ik kan alles van je lezen,
en tegelijk slechts een enkel ding:
de liefde waarvan ik jubelzing.
Je laat mij in je ogen horen
vanwaar jij komt, waarheen jij gaat,
dat liefde uit Liefde ontstaat.
Je bent hier en je vult me,
je krijt niet en je duldt me.Jij hulpeloos wicht,
ik smelt en zwicht.
Jij geeft waardoor
ik zie waarvoor
jij leeft, uit Licht
eeuwig geboren.
Dat, lief kind, vertel je mij,
vanaf het moment dat ik je heb ontvangen.
Je bent antwoord op mijn vragen,
lust van leven, mijn verlangen
is in jou tot rust gesust.
Ik gaf je mijn huis,
je brengt me thuis.
Alle kilte verdrijf je
met je kleine lijfje
Ik voel geen pijn,
verdriet kan er
niet meer zijn,
niet meer zijn,
noch kou,
omdat ik
zielsveel
zielsveel
van je hou.
Kind lief, hier in mijn armen,jij weet mij te verwarmen
Ik nodigde jou tot leven,
jij hebt het mij gegeven.
(2003) {jcomments on}
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.