Een groepje magiërs,
die de sterren bestudeerden,
wisten er alles van,
deze knappe sterrengeleerden.
 
En op een avond stond
er een nieuwe ster te prijken.
Ze hielden hun adem in.
Hier stonden ze van te kijken.
 
Dat Is een koningskind
en.... willen we het bewijs,
dat ‘t iets bijzonders is,
dan moeten we nu op reis.
 
De wijzen gaan op reis.
En in Jeruzalem aangekomen,
blijkt het anders te gaan
dan ze hadden aangenomen.
 
Een koning en een ster,
men kan ’t haast niet geloven.
en dat is hier geboren,
’t gaat hun verstand te boven.
 
Is het niet Bethlehem,
wat profeten eens beweerden
daar moeten jullie zijn
spraken de schriftgeleerden
 
En als de avond valt.
staat weer die ster te gloren
Jeruzalem blijft thuis.
Wil niets van ‘t wonder horen.
 
De wijzen gaan alleen.
Dat geeft toch wel te denken.
Knielen eerbiedig neer
en geven hun geschenken.
 
En voor die twijfelaars,
Gods reddingsplan gaat door.
De duisternis verdwijnt.
Daar kwam het Kind toch voor.
 
Gods zon is opgegaan
Daar, komen van heinde en ver,
de gelovigen tot Hem,
De….. blinkende Morgenster!


Matth.2:1 - 11