Wie zal het zeggen, hoe het ging
Drie wijzen uit een oost’lijk land
Vereend, die ster, zij schiep een band
Belofte in haar twinkeling

Zij verlieten huis en haard
Om die belofte te gaan zoeken
Een kindje, slechts gehuld in doeken
Door een kind haast nog, gebaard

En toch, ze wisten dat dit kind
Meer was, zou worden dan een koning
De wijsheid sprak, ’t was hun beloning
Zo teder, en zo diep bemind

Het voorrecht om dit kind te eren
Was niet voor machthebbers bedoeld
Zij hadden zich bedreigd gevoeld
Niet bereid zich te bekeren

Niet genegen af te dalen
Naar mensen, bijna niet in tel
Die oude wijzen, wisten’t wel
Dit kind zou alle schuld betalen

En nog, nog zijn zij niet vergeten
Zij waagden toen op weg te gaan
Volgend die ster, langs zon en maan
Voor Hem, die wij ons voorbeeld weten

Voor Hem, wiens naam de liefde is
Hij, die ons troost en tranen wist