De beker van Gethsémané,
Gaat Hem niet voorbij, oh nee.
Tot aan de rand gevuld
Ziet Hij de zonden en de schuld.
 
Ziekten, pijn en dood,
Oorlog, tranen, hongersnood.
Misdaad, haat en rouw.
Angst, bedrog en ontrouw.
 
Gebroken  harten, eenzaamheid,
Hel en wee en donkerheid.
Beelden die zinderen:
Van stervende kinderen.
 
Duizend soorten smart
Pijnigen ziel en hart.
Kwellen Zijn geest.
Verlatenheid het meest.
 
Geen vrienden om te waken.
Slechts zuchten om te slaken.
Zweetdruppels worden bloed
In verzengende hellegloed.
 
Op smekingen geen gehoor.
Zijn leven gaat teloor.
Zijn Vader niet toegankelijk,
Voor wanhoop niet ontvankelijk.
 
Alleen!!!!
Door  iedereen verlaten.
Wachtend op de komst,
Van die Hem haten.