Nooit zal ik doorgronden, de diepte van Uw lijden
Waar U doorging, om mij te bevrijden
Van de zware last van al mijn zonden,
Met het bloed uit al Uw wonden.

Ik heb vragen over Uw smartelijke sterven,
Waardoor ik eeuwigheid mocht erven.
Zelfs voor hem die U verwenst,
Blijkt Uw liefde onbegrensd.

Het waarom, bleef tot heden toe verborgen.
Wellicht dan, op de grote morgen
Krijg ik antwoord op mijn vragen,
Waarmee ik rondloop, al mijn dagen.

Het zou mij niet verbazen Heer,                           
Als U, voor mij ook deze keer,
Uit liefde, alsnog verborgen hield,
Wat U aan 't kruis toen heeft bezield,

Daar U mij niet langer toestaat,
Nog om te zien naar al het kwaad
Waarvan U mij toen hebt ontheven,
Om zo, rijk gezegend, bij U te kunnen leven.