zij kwamen op de donderdag bijeen,
en gingen op de vrijdag verder;
de uitspraak lag tevoren vast; alleen
zó kwam men af van Hem, de Goede Herder

zij hebben geen bevoegdheid over Hem,
de Heer staat niet terecht bij aardse machten;
Hij is De Koning, te Jerusalem,
daar komt Hij weer, met heerlijkheid en krachten

maar dat bracht in hun handelen geen keer,
toen zij de Heere naar Gabbatha brachten;
zij meenden klaar te zijn met onze Heer:
ter dood aan ’t kruis, door de Romeinse machten

naar Golgotha voerde de weg voor Hem,
Hij bracht daar 't offer dat God kon behagen;
“het is volbracht”, zo klonk toen daar Zijn stem,
dat gold en geldt tot in het laatst der dagen

maar voor die machthebbers ligt dat zo niet,
voor hen is de genade afgesloten;
wie zich aan Hem vergrijpt: weet wat geschiedt:
voor zulken ligt God’ s oordeel vast besloten

maar Heere, als dat nu voor hen zo ligt:
hoe zal het dan met mij zijn, op Uw Morgen!,
mijn bede, Heer, is voor Uw aangezicht:
erbarm U, Heer, wil eeuwig voor mij borgen

 

bij Mattheüs 26, vers 57 e.v.; Lucas 23