Elk woord is nu teveel gezegd;
de aarde en de hemel zwijgen.
De Heiland is in 't graf gelegd,
de duisternis blijft dreigen.

Een antwoordt kunnen we niet geven
in onze grote stille nood.
De Heer, Hij ging voor 't leven
en nu regeert de dood.

Wij buigen stil 't onrustig hoofd,
gedenken aan het woord gezegd.
De hoop die ons toch was beloofd,
is die voorgoed in 't graf gelegd?

Maar Hij heeft toch gesproken
daar in de laatste bange nacht
dat 't kwade wordt gewroken
en ons de overwinning wacht?

Wij wachten biddend op de morgen.
De grote morgen, ach wanneer?
Die blijft voor ons verborgen.
't is in de handen van de Heer.