“Uw Koning zal u komen”,
heeft de profeet gezegd.
“In Davids stad wordt Hij
in de kribbe neergelegd.”

“Uw Koning, ziet, Hij komt,
Hosanna!” riep men luid;
en op de weg waar Hij zou gaan
spreidde men klederen uit.

“Uw Koning, dit is Hij.”
Pilatus stelde Hem ten toon,
met rietstaf, purperen mantel,
gekroond met ‘n doornenkroon.

Uw Koning, ziet, Hij hangt
naakt aan het ruwe kruis;
gelijkgesteld met moordenaars,
gerekend bij ’t gespuis.

Uw Koning, ziet, Hij ligt
in het stille, donkere graf.
In de zuiverste vorm van liefde,
legde Hij Zijn leven af.

-------

“Leer mij o Heer’, Uw lijden recht betrachten …”