Dood in de zonde, in de waan toch dat ik leefde,
was ik stekeblind, waar U zo helder liet zien,
hardhorend, terwijl U zo scherp deed horen,
verlamd, al had U me allang opgericht,
verlichtte U stap voor stap mijn pad
met Uw geduld en liefdelicht.

Telkens weer lichten mijn ogen op door
Uw bliksemstraal die alles zichtbaar maakt,
mijn oren tuiten van wat door U hoorbaar wordt.

Hoe wonderbaar
ziet U aan, raakt U aan,
stut en staaft U, voedt en laaft U,
heelt en geneest U, reinigt en vergeeft U,
wekt U op en wast U de dood uit mijn leven.

Laat me horen, maak me gehoorzaam,
richt mijn blik alleen maar op Uw licht,
houd mij staande, maak mij gaande,
dood de dood waarvoor ik zwicht.

Here God, vergeef mijn blind en doof zijn,
mijn liggen terwijl ik op pad kon gaan,
leid me, wijs me, houd me in leven,
doe me nooit de dood verstaan.

Zoveel vliezen, zoveel schellen en schillen,
al die lagen vereelte, verharde, dode huid
pelt U af, U pit uit, doet me vervellen
naar uiteindelijk smetteloze huid.

Als ik voortga, gedragen als op adelaarswieken,
dan snellen mijn voeten kwiek als een hinde.
Sterven in ziekte en pijn, weten van dood, 
wekt levensverwachting, vertrouwen,
overgave, geloof, hoop, liefde.

Ik weet in genen dele
hoe ik U liefhebben moet,
want, Here God, U bent zo goed. {jcomments on}
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment