Heer, in Sion zullen wij Uw lof zingen
en U daar onze geloften betalen
Hoorder van gebeden, die U omringen
met al wat leeft, naar de Schrift doet verhalen.
Gij verzoent het, en hebt het weggenomen;
te wonen in Uw voorhoven, dat geeft Gij
Gij doet ons naderen, wij mogen komen
allen die Gij verkiest, zalig zijn zij.

Gij geeft aan ons het goede van Uw huis
in Uw tempel, waar wij mogen komen
voor alle volken maakt U daar een thuis
Uw heil reikt tot aan de verste zomen.
Gij verricht daden in gerechtigheid
Gij, de God van heil en van vertrouwen
bergen en zeeën zijn door U bereid
omgord met sterkte om op te bouwen.

Het bruisen der zee doet Gij verstillen
de woede en de kracht van haar baren
het rumoer van naties, wat zij willen
het is in Uw hand, Gij doet ’t bedaren.
Gij brengt de vreugde, reeds in de morgen
zo ook, waar de avonden gaan dalen,
het land geeft overvloed, zonder zorgen
zoals de Schriften ons blij verhalen.

U voorziet door beken het land van water
en zo groeit en rijpt het graan op de akker
de voren worden gedrenkt, nu en later
de grond wordt bevloeid, en roept de oogst wakker.
De heuvels en de steppen zien Uw goedheid
dalen met koren jubelen en zingen
van U en van Uw glorie in eeuwigheid
voor de Koning, de Heer van alle dingen.

bij: Psalm 65.