U en ik, wij staan hier in het aardse leven
kijken naar de jaren die ons zijn gegeven
daarover heeft Psalm negentig ons beschreven
hoeveel jaren wij op aard’ mogen beleven .

Wellicht tachtig jaar, en waar zijn ze gebleven;
dan wordt ons gevraagd, verantwoording te geven
van ons doen en denken; het staat opgeschreven
in het boek Boven, waar dat staat weergegeven

Heer, als Gij ziet al wat daar staat neergeschreven
mijn vijandschap tegen U, in heel mijn leven:
dan volgt Uw vonnis, ‘t wordt door mij onderschreven.

Ik waag het te vragen: wil mij gratie geven
Heere Jezus Christus, Gij zijt hoogverheven
laat mij U mogen zingen in ’t eeuwig leven.

bij: Psalm 90 : 10; Romeinen 7 : 14, en 8 : 7;
Johannes 6 : 35 - 37.