Looft de Heere, want Hij is goed

looft de Heere, want Hij is goed
eeuwig is zijn goedertierenheid
in benauwdheid geeft Hij mij moed
Hij stelt mij in ruimte en vrijheid

op de Heere kan men bouwen
en bij Hem gaan schuilen: dat is goed
niet op edelen vertrouwen
maar bij de Heere Die mij behoedt

die mij omringden met geweld
die heb ik met God’s hulp verslagen
Hij heeft zich aan mijn zij gesteld
voor toen en nu en alle dagen

hoor het jubelen en zingen
daar waar wij allen samenkomen
God’s daden die ons omringen
met kracht en macht niet in te tomen

ik zal niet sterven maar leven
en God’s daden alom vertellen
dat zal de Heere mij geven
en allen die Hem vergezellen

doe voor mij de poorten open
de poorten van de gerechtigheid
ik zal daar door binnenlopen
om Hem te loven in eeuwigheid

die poort is door God gegeven
om naar binnen en naar Hem te gaan
Hij geeft antwoord in ons leven
Hij gaf en geeft heil in ons bestaan.

bouwers hebben een steen versmaad
God heeft er de hoeksteen van gemaakt
dat is wat God gebeuren laat
een wonder wat onze harten raakt

deze dag heeft de Heer gemaakt
laten wij juichen en blijde zijn
dankend dat U over ons waakt
en heil en voorspoed geeft: een festijn

Die komt in de Naam des Heeren:
gezegend zij Hij Die zal komen
Die wij eeuwig zullen eren
Zijn licht reikt tot de aardse zomen

geeft feestoffers op het altaar
Gij zijt mijn God, U zal ik loven
Gij maakt al Uw beloften waar
Uw goedheid gaat het al te boven.

bij: Psalm 118.