laudate Deum

komt, zingt voor de Heere een nieuw lied,
Hij heeft wonderen gegeven:
Zijn heil’ge arm, Zijn rechterhand
die bracht de zege in het land,
Hij heeft Zijn heil doen zien in ’t leven
’t is gerechtigheid die men ziet

Hij dacht aan Zijn goedertierenheid,
Hij bewees trouw aan Israël,
de einden der aarde, zij zagen
God’s heil voor hen die ’t met Hem wagen;
gij ganse aarde, brengt Hem jubel
zingt voor de Heer Die u verblijdt

looft Hem, met psalmen, citer en zang,
met trompet, met bazuingeschal
juicht voor Hem, de Koning, de Heere
Hem komt toe eeuwige ere,
de zee bruist, haar golven zonder tal
loven de Heere, de dagen lang

de wereld, en die er in wonen,
zij loven en prijzen de Heer,
rivieren klappen in de handen
de bergen juichen in de landen
samen zingen zij: aan God de eer,
dat gaan zij jubelend tonen:

juichen voor het Aangezicht van de Heer,
want de Heer komt, op Zijn Morgen
Hij zal de aarde vullen met recht,
zo is het in Zijn Woord gezegd:
gerechtigheid zal Hij waarborgen
voor volk en wereld, tot Zijn eer

bij Psalm 98