laten wie geloven de Heere zingen
want Hij is niet ver van ieder van ons
wij gaan hier onze weg, met onze dingen
en die verschilt wellicht voor elk van ons
maar het gaat toe naar de Stad der Steden
wat kan er onderweg niet gaan passeren
op onze weg van hier naar het eeuwig heden
voor we aankomen bij de Heer der Heeren
maar ook dan is van ons de Heer niet ver
ook al zou ik door donkere dalen gaan
ook al mis ik daar zon en maan en ster
ook al kom ik voor grote zorgen te staan
dan mag ik weten: ik ben niet alleen
de Heere Zelf is dan niet ver van mij
Hij tilt me er niet uit, wel er doorheen
en straks liggen die zorgen achter mij
de schepping is nog steeds gebonden
sinds 't verlies van de Hof van Eden
de Schrift zegt: maar dat wordt ontbonden
het wordt weer als toen, een eeuwig heden,
met alle vrijheid voor God's kinderen
zij zien er naar uit met groot verlangen
en niemand zal God's handelen verhinderen
Hem komen toe onze lofgezangen
de Heere laat niet gaan het werk van Zijn handen
Hij maakt alles nieuw, Hij herstelt de dingen
in de hemel en op aarde in alle landen
wij zullen onze Heer in Jerusalem bezingen
tranen, rouw en moeiten zijn daar niet meer
daar is de Heere, in al Zijn heerlijkheid
daar is voor ons de Hof van Eden weer
wij zullen bij de Heere zijn in eeuwigheid
bij: wij dan zullen altoos bij de Heere zijn
I Thessalonicenzen 4 : 15 - 18
laudate Dominum, looft de Heere
- Details
- Geschreven door: Jacobsen, Thomas
- Categorie: Lof en Aanbidding
- Hits: 229
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.