de hemel en de aarde zijn wondermooi:
met zon en met sterren, bij dag en bij nacht,
de aarde in zomer-en in wintertooi
in grote variatie en kleurenpracht

met mens en dier, die samen zich verblijden
in wat U maakte, Schepper aller dingen;
de aarde geeft vele oorden en tijden
die Uw grootheid en majesteit bezingen

en ons hebt Gij bijna goddelijk gemaakt
en ons gekroond met heerlijkheid en met eer,
rentmeester doen zijn die Uw schepping bewaakt;
en wandelen voor Uw aangezicht, o Heer

wij verkrijgen dat alles uit Uw handen,
wij zien, dat aarde en hemel U loven
met mensen en dieren uit alle landen,
en een flora schoon als de Hof der Hoven

hoe groot en heerlijk zijt Gij, Heer der Heren,
Die ons roept omdat wij U toebehoren,
Die alles hebt volbracht, geen kan dit keren:
wij loven u, samen met eng’lenkoren

bij: Psalm 8.