De aarde roept om tederheid
en zoekt het hemels heil.
Zij roept om Gods genegenheid,
o Vader, geef U veil.
Wij hopen op Uw hemels recht
en op Uw trouwe borg
dat U op ons Uw zegen legt:
omring ons met Uw zorg.
 
Ons leven legt zich in Uw hand,
wij knielen voor U neer.
U vinden wij aan onze kant,
zo bent U ons tot Heer.
Wij bidden: ’Blijf aan onze zij
als d’ avond donker wordt,
dan weten wij ons U nabij
als 't ons aan ’t leven schort.
 
De hemel is het paradijs
waarop de ziele hoopt.
De Heiland neemt ons mee op reis,
wij zijn in Hem gedoopt.
Nu vangt hernieuwd het leven aan,
Hij richt op ons Zijn oog,
Hij laat voorgoed ons met Hem gaan
onder de regenboog.
 
Te zingen op de melodie van:
Ik voel de winden Gods vandaag,
(oude) bundel Doopsgezinde gemeente)