Een liedje van verlangen

‘k Heb een liedje Vader‑God,
dat nooit verslijt.
En ik zing het door de
jaren van de tijd.
Steeds klinkt het nieuw:
Een roep, een vreugdelied
voor U Heer‑God, die
heel mijn hart doorziet,
mijn noden weet,
al mijn verlangens kent.
U steunt en leidt mij.
Dank, dat U er bent,
die mij zo troost,
als ik wanhopig ben.
U blijft bij mij, 'k herken
U aan Uw stem,
die zo vertrouwelijk
in mijn oren klinkt,
zodat Uw licht opnieuw
mijn 'nacht' verdringt.
U bent mijn redder God.
Ik ben Uw kind.
In Jezus' naam,  weet ik
mij safe ‑ bemind.
U trekt mij zorgzaam
dichter naar U toe,
als 'k eenzaam ben,
of stuurloos, ziek en moe.
U bent veel dichterbij
dan ik vermoed.
Voor al mijn missers, Heer
hebt U geboet.
U legt Uw wondersterke hand op mij,
zo is het goed.
Van lasten word ik vrij.
 
Eens, op een dag veeleer
dan ik vermoed
hoor ik: 'Kom in
mijn dierbaar kind,
zo is het goed!'