Licht, bewaar Gij voorgoed
ons voor de overmoed
van ’t aardse leven.
Wees onze reisgenoot
in leven en dood,
wil Uzelf geven.

Warm Gij ons angstig hart,
het is zozeer verward
door onze zonden.
Wijs ons de weg naar Hem
Die met Zijn warme stem
ons heeft gevonden.

Spreek toch Uw lieflijk woord,
laat het niet ongehoord
langs ons verglijden.
Wees dan de kracht van God
die in ons levenslot
ons blijft geleiden.

Geest, die ons lied bezong,
Die alle schuld bedwong.
Leid ons ten leven!
Wees ons tot in de dood
zegening als Gods brood
en wijn ons gegeven.

Melodie: Liedboek voor de kerken Gezang 261