Ik sprak de taal van alle mensen
rolde woorden in een cimbalen schaal
mijn stem de gong die het lied zong
van de oude perenhouten klots

laat los, laat los die profetie
jonge liefde is verdraagzaam
het geheim van de kennis die ik verloor:
zij telt trots alle mensen saam

ze is als een geschonken wijnbokaal:
in het gebroken craquelé
draagt ze haar leven mee
door handen zacht afgerond

verkent ze buig en barst, draalt
over de kras die een lustlang duurt
en als de klankentaal verstomt
is het liefde die het glas glazuurt.






naar 1 Cor. 13